Karper op de vliegenlat, langzaam…

gaat het los. Vanaf komende week met zekerheid, oplopende temperaturen, waarbij ze uit de dieptes komen om te fourageren op de ondieptes, ons werkterrein. Momenteel zoek ik nog de relatief kleine ondiepe wateren op, waar ze zich al wat eerder laten zien, maar dit zal snel veranderen.

Dan is het grote water aan de beurt. En groot water betekent mega sterke vis. Hierbij geldt hetzelfde als met snoeken. Hoe groter het water, des te sterker de vis. En reken maar dat zo’n karper gaat. Zeker de oude schubs, daar zitten buffels bij die niet schromen om 50 meter backing van je lijn te trekken, de #8 een flinke opdonder te geven en je reel te testen. Wat betreft de polders, stadswateren en aanverwante kun je – alhoewel de 8 m’n favoriet blijft – ook best met een 7 of een 6 vliegenlat terecht, echter op dat grote water, of het nu de randmeren, of de rivieren betreft, vergeet het maar. Hollands sterkste zoetwatervis gaat zich snel laten zien, op de vlieg, op zicht, dikke boeggolven, flapperende staarten, ja er zijn wateren waar ze tailen, niet veel mooier dan dat…

En dat trekt.

Dus afgelopen week tussen de werkzaamheden door nog maar even een klein watertje bekeken. Maar veel was er niet te zien. T’is ook nog vroeg en het water is nog koud. Wel is de temperatuur op vele wateren boven de 7 a 8 graden gestegen en dat houdt in dat de karpers gaan azen. Dat niet alleen, want ook op onder andere de forellenreservoirs zoals ovm zal de vis zich laten zien, bibio’s komen nu snel, de windes zijn op de bekende stekken nu echt aan de voorjaarstrek begonnen, snel zullen de blankvoorns ook gaan, niet veel later gevolgd door de brasems. Heel sporadisch druppelen er wat zeebaarsberichten door, maar gericht erop vissen is nog niet van toepassing en yup de zeeforel laat zich ook zien aan onze kusten. Het gaat los. Eindelijk.

Ik zie een klein bellenspoor. Gezien het type bellen kan het haast niet anders dan dat het karper betreft. Het water is hier pakweg 1,5 meter diep en met enkele valse worpen ligt m’n bolletje in de lijn van het spoor. Een miniem rukje om de vis te triggeren is voldoende. De verklikker schiet langzaam weg. Een korte tik en daar gaan we. Mooie dril weer. Minuutje of 7-8 en dan kan ik de spiegel scheppen. Zowat een leder, niks mis mee. Een alhoewel ik een voorkeur heb voor een schub, of vooruit danmaar, een volschub waar ik nog een afspraak mee heb op een bepaald water, wat een machtige vis is dat, zeker een kilo of 15 en gestroomlijnd, niks geen obesitas. Een keer heb ik deze schoonheid kunnen aanwerpen, die er met een spurt vandoor ging. Ooit! Ik kan niet wachten als de groepen zich straks op de ondieptes van dit grote water laten zien, in de vroege ochtendnevel, zonder een zuchtje wind, vlak water en een opkomend zonnetje. Want dan zijn we – als vliegvissers – giga in het voordeel, we kunnen de vis als het ware uitzoeken. Geduld is dan een schone zaak. Want eenmaal een vis gehaakt en de school is in rep en roer. Wachtend op die ene kans.

Vooralsnog vermaak ik me uitstekend op het wat kleinere water om de hoek. Een geweldige visserij, waarbij geduld gevraagd wordt, maar de beloning top is. Gr. Edwin

One thought on “Karper op de vliegenlat, langzaam…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *