Afhaalbiggetjes en fazantenstaartjes

Wat een mooi weer was het zeg, de zaterdag van de afgelopen Fly Fair. En dan ga je twijfelen hè: met gelijkgestemden gezellig over vis lullen of er toch maar zelf op uit te trekken en het niet bij woorden alleen te laten. Blij dat ik dat laatste heb gedaan.

Ik wilde al een tijd een dagje uittrekken om karperstekken te zoeken in onze nieuwe woonomgeving. En dan niet het Apeldoorns kanaal of de randmeren (ook goed natuurlijk), maar iets laagdrempeliger. Zeg maar voor een uurtje tussendoor, even snel een biggetje afhalen, dat werk.

Dus hup, De 7 lat met nieuwe Danielsson in de auto, snel nog even een schepnet erbij, en daar begint mijn Odyssee langs de vooraf al op mijn stafkaart aangekruiste mogelijke stekken. Maar hoe mooi en kansrijk al deze watertjes er ook uitzien, er zwemmen steevast alleen maar platten rond. Nee dank je wel, nu maar even niet dus.

Ik kom al redelijk onderaan mijn lijst van mogelijke spots, als ik opeens langs een watertje rij dat ik op de kaart kennelijk over het hoofd heb gezien. In vergelijking met al die voorgaande (zij het karperloze) pareltjes ziet dit slootje er juist niet al te veelbelovend uit: bruin en dik water, geen planten, maar ach, ik ben er nou toch.

Zonder veel hoop loop ik naar de waterkant, en spook onmiddellijk een enorme vis vlak voor mijn voeten. Nog natrillend van de schrik pak ik het toch maar wat professioneler aan en sluip verder. Vrijwel direct zie ik ze liggen. Prachtige duikboten die – zelfs nu de zon even is verdwenen – met hun donkere kleur haarscherp afsteken tegen de lichtbruine achtergrond van het troebele water.

Kokend van opwinding breng ik zo voorzichtig als ik (nog) kan mijn lijn op lengte, en hop daar vliegt het bolletje naar de dichtstbijzijnde karper. Eigenlijk had –ie iets verder weg mogen landen, maar gelukkig spookt de vis niet. Sterker nog, hij zwemt de juiste richting op. Maar dan dreigt de vis toch van richting te veranderen, dus geef ik een klein rukje aan het bolletje om de aandacht te trekken. De vis spookt onmiddellijk. Tja, dat is karpervissen, kan gebeuren.

Maar ook de volgende kansen mis ik. Niet alleen spooks, maar ook keiharde weigeringen als het bolletje recht voor hun neus stil ligt. Tijd voor plan B. Ik heb het al vaker gemerkt: de vis vindt een bolletje volgens mij soms simpelweg onnatuurlijk, zeker als het ook nog eens beweegt. Knoop je er een ‘echte’ vlieg aan, dan is de vis niet verrast dat het ding beweegt en zal er vaak juist instinctief naar happen.

Zo ook nu. Een simpel onverzwaard pheasant-tailtje maat 14-16 is perfect voor deze ‘hoge vissen’. Voordeel is ook dat je zo’n licht vliegje veel dichter bij de vis kunt werpen zonder ze te spooken. Uiteraard vis je dan ook zonder beetverklikker. En hoewel je de vlieg zelf niet ziet in het water, kun je toch verrassend eenvoudig een aanbeet waarnemen. Door de beweging van je nimfje lok je immers een reactie uit bij de vis.

Het is de ultieme zichtvisserij: je ziet een vis zwemmen, besluipt hem voorzichtig, werpt het vliegje ervoor, en als je vermoedt dat je vlieg ergens vlak voor de vis ligt geef je een rukje, waarna je de vis vaak iets ziet versnellen of bijdraaien in de richting van de vlieg. En omdat je de vlieg naar jezelf toe trekt, zul je meestal ook kunnen zien wanneer de karper zijn bek opent. Nu is het zaak om je zenuwen in bedwang te houden, te wachten tot de bek weer dichtgaat en dan onmiddellijk de haak te zetten. Hangen!

Het slootje ontploft. De vis neemt een run en links en rechts schieten zijn broers en zussen kolkend weg, het ondiepe water in een modderpoel veranderend. Nu komt het eigenlijk wel goed uit dat het slootje geen waterplanten heeft, bedenk ik me. Maar daar heeft deze karper wel een oplossing voor: hij stuif regelrecht op een duiker af en blijft daar hardnekkig liggen. Met mijn #7 krijg ik er geen beweging meer in. Right, now what?

Ik pak mijn schepnet en probeer de vis voorzichtig onder water te porren tot actie. Uiteindelijk lukt dat, en de vis schiet weer de sloot door, zonder verdere obstakels in het vooruitzicht. Nu heb ik je! En inderdaad, na nog wat getouwtrek heen en weer geeft de vis zich over en kan ik mijn project van de dag vasthouden. Een plaatje van een schub in blakende conditie.

Daar doe je het voor. Struinen en spotten, sluipen, kijken, wachten, voorzichtige worpje, wachten, nog een worpje, weer wachten, komt –ie, nu rustig blijven……….. en als de vis dan uiteindelijk gehaakt is ben je nog steeds maar halverwege. Man, wat een visserij! O.k., er gaat niets boven de tropen, maar ik prijs me gelukkig dat ik weer een nieuw stekkie met poor-mans bones heb gevonden…..

Gr. Henk-Jan

Ps. Mijn oude netje legt bijna het loodje dus het wordt toch eens tijd voor een serieus McLean-net denk ik. Immers: wegen is weten. Ik begin al een echte karpervisser te worden…

2 thoughts on “Afhaalbiggetjes en fazantenstaartjes

  1. Brian Elward says:

    Jaja dat zijn idd weer prachtfoto’s en super verhaal. Wel een goed excuus om een dag niet op de fair te komen……een dag HJ geen twee 🙂
    !!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *